In een wereld waar het om milliseconden draait, blijft de Altman Z-score al veertig jaar fier overeind als maatstaf voor financiële gezondheid van bedrijven. Wat hebben beleggers eraan?
Ik had nooit kunnen voorspellen hoe invloedrijk mijn model zou zijn. Ironisch, aangezien het hier juist om voorspellen draait.” Aan het woord is Edward Altman in een interview met de Belgische zakenkrant De Tijd.
De inmiddels 71-jarige Amerikaan leverde ruim veertig jaar geleden een knap staaltje werk af met de naar hem genoemde score. Nog steeds wordt de formule gebruikt als maatstaf om te beoordelen of een onderneming in financiële problemen dreigt te komen.
Al in 1968 onderzocht Altman de statistische relatie tussen verschillende financiële ratio’s en faillissementen. Uit een kluwen data extraheerde Altman vijf variabelen die een sterke voorspellende waarde bleken te hebben als het gaat om faillissementen. Hij knoopte onder andere de winstgevendheid, liquiditeit en solvabiliteit van ondernemingen aan elkaar om te beoordelen of ondernemingen tegen een stootje kunnen. Er zijn inmiddels tientallen (commerciële) varianten bedacht op de Z-score, maar het origineel blijft populair, want accuraat in veel gevallen.
Wat hebben beleggers eraan?
De bedenker zelf weet maar al te goed waarom zijn formule populair is. “De Z-score is vrij accuraat, gemakkelijk te berekenen en gratis.” Met een jaarverslag en het programma Excel komt de gemiddelde belegger al een heel eind.
Onderzoek toont aan dat de Z-score in ongeveer vier van de vijf gevallen een jaar van tevoren correct aangeeft dat een onderneming failliet gaat. Omgekeerd geeft de formule dus in één op de vijf gevallen onterecht aan dat het bedrijf over de kop gaat.
Wat zijn de beperkingen?
Tegen pure fraude is geen kruid gewassen, ook de Altman Zscore niet. Bedrog, zoals bij Enron en Ahold, detecteert de formule niet. Ook falend management en forse recessies kunnen veilig geachte ondernemingen in korte tijd toch onveilig maken.
De Z-score is ook niet op alle bedrijven toepasbaar. De dataset waarop de formule is gebaseerd, bestond volledig uit industriële bedrijven. Eind jaren zestig was dit geen probleem omdat vrijwel alle ondernemingen toen maakbedrijven waren. Een blik op de beursbedrijven op het Damrak leert dat een groot deel van de bedrijven nu actief is in de dienstenindustrie. Bij banken, verzekeraars en uitzendbureaus heeft de formule weinig voorspellende waarde.
Daarbij is de oorspronkelijke formule gebaseerd op bedrijven die werken met Amerikaanse boekhoudregels aan het eind van de jaren zestig. Hoewel de regels in verschillende landen steeds meer naar elkaar toegroeien, zijn er nog grote verschillen. Een belegger die niet corrigeert voor verschillen, krijgt vreemde scores.
Ten slotte geeft de formule een vrij groot ‘grijs gebied’. Spuugt de formule een getal groter dan drie uit, dan lijkt het bedrijf gezond. Als de ratio onder de 1,8 uitkomt dan stevent het bedrijf af op een faillissement. Maar daartussenin is de glazen bol van Altman mistig en heeft de formule geen voorspellende waarde.
En dus…
De Z-score is een aardig hulpmiddel om snel te kunnen bepalen hoe een bedrijf ervoor staat, maar zaligmakend is de formule niet. Door het grote grijze gebied is vaak een verdere analyse nodig om beter te bepalen in hoeverre een bedrijf gezond is.